|
|
"Revolutie" By: Aran
?>
Ik droom weleens dat ik in een dikke, melkachtige,
vloeistof zweef. Ik hoor en voel niets anders dan
mijn eigen hartslag en zie niets anders dan
diffuus licht. Mijn bewegingen en schreeuwen
worden gedempt door het dikke vocht. Dan word ik
wakker in mijn kamer, doordrenkt van ochtendzon.
Ik fantaseer dat er iemand naast me ligt.
Gisteren kwam ik in de bus een jongen tegen die
alles van bomen wist. Hij wees me onderweg op
verschillende soorten bomen, maar het was al
donker dus zag ik niet veel. Een half uur lang
liet ik hem praten. Over z'n leven, over z'n werk.
Hij vroeg ook wel eens wat aan mij, maar dan
antwoordde ik vaag, zonder iets te vertellen, of
met een wedervraag. Na een half uur vertelde ik
hem dat ik tot m'n twaalfde in een heel klein
dorpje had gewoond, met een park met een paar
hele grote eiken. En dat ik op een nacht uit m'n
slaapkamerraam was geklommen, m'n nachtpon uit
had gedaan en naakt een van die eiken had omhelst.
Ik vertelde dat ik dat nu als mijn eerste seksuele
ervaring beschouwde en vroeg hem of hij ook
weleens zoiets had meegemaakt. De jongen was even
stil, vroeg zich af of hij me serieus moest nemen.
Toen vertelde hij dat hij een keer met z'n
vriendin tegen een kastanje aan had gevreeën.
Ik kruip onder m'n dekbed vandaan en ga naar de
wc. Dan was ik m'n gezicht en kleed ik me aan.
Ik smeer twee boterhammen voor ontbijt en twee
voor onderweg.
In de bus kom ik Het Stelletje tegen, een
jongen en een meisje. Ik denk dat de jongen
ongeveer 24 jaar oud is, een beetje verlegen,
niet echt knap. Hij heeft kort zwart haar, een
gele jas en sportschoenen. Het meisje vind ik
stiekem wel leuk. Ze heeft lang blond haar en
een bril met rechthoekige glazen. Ze draagt
meestal een eenvoudige zwarte jas en een
eenvoudige donkere broek eronder. Ze praten
meestal wat, maar tonen weinig aanhankelijkheid.
Ik heb ze elkaar een keer zien kussen, daarom
weet ik dat het een stelletje is. Zij stapt uit
bij de universiteit, hij rijdt nog een paar
haltes verder. Ik kom ze bijna iedere keer tegen
als ik de bus van kwartoveracht neem, en soms ook
op de terugweg.
"Hallo." zeg ik, en ik steek m'n hand uit naar
het meisje.
Ze kijken beiden op, het zijn nette mensen.
Aarzelend schud het meisje mijn hand.
"Hoi," zeg ik nog een keer als ik mijn hand naar
de jongen uitsteek.
Ik richt me tot het meisje.
"Ik ben jullie biograaf." vertel ik haar opgewekt.
"Hoe bedoel je? Hebben wij elkaar al eerder
ontmoet?"
Nee, schud ik, en besef me dat ik wat meer moet
rationaliseren om verder te komen met deze mensen.
"Het is voor een opdracht voor school."
"Welke school zit je?"
"Het Maritus College, en jullie?"
Ze glimlacht.
"De vrije universiteit."
"Welke studie?"
"Psychologie. Moet je geen aantekeningen maken?"
"Nee, ik onthoud alles."
Ze knikt. Ik ben inmiddels dwars op de stoelen
voor hen gaan zitten en staar ze aan over de
rand van de leuning.
"Wat is jullie politieke voorkeur?"
"Ga je echt een biografie over ons schrijven?"
De jongen kan praten.
"Ja, maar dat is eigenlijk een dekmantel. Mijn
opdracht is mensen te rekruteren voor de
Kommunistische Jongerenpartij."
De jongen moet lachen.
"Hoe oud ben je eigenlijk?" vraagt ie.
"Zeventien."
Het meisje staat op.
"Hier moet ik eruit."
Ik kijk naar buiten, het is inderdaad haar halte.
"Tot vanavond," zegt ze tegen haar vriend, en
tegen mij, "Veel succes met je opdracht."
"Dankje."
Ik maak aanstalte om me om te draaien.
"Moet je mij niets vragen?" vraagt de jongen.
"Nee," zeg ik.
Een tijdje geleden sprak ik een dame in de
supermarkt aan, die een pakje oplosgroentesoep in
haar winkelwagentje wilde leggen. Ik vertelde
haar dat ik die ochtend in de krant had gelezen
dat de oploschampignonsoep van datzelfde merk uit
de schappen was genomen omdat er zware metalen in
aangetroffen waren. Champignons worden vaak in
grotten gekweekt, legde ik haar uit, omdat het
daar zo donker en vochtig was. Maar in dit geval
waren de champignons in een verlaten uraniummijn
gekweekt. Ik wees de dame op een lege ruimte in
het schap waar normaal de oploschampignonsoep zou
staan.
"Men zegt dat er vooralsnog geen zware metalen in
de oplosgroentesoep zijn gevonden. Maar het komt
uiteindelijk allemaal uit dezelfde fabriek, dus
wie weet?"
De dame keek me even verbaast aan, trok toen haar
neus op en legde het pakje in haar karretje. Waar
zo'n jong meisje als ik toch van die rare verhalen
vandaan haalde, mompelde ze.
Ik droom dat ik communist ben. Er gaat een hele
boel goed in het land, maar ook een hele boel niet.
De regering valt. Vanuit het niets verschijnen er
nieuwe partijen die razendsnel aan macht winnen.
Dan wordt ik wakker in mijn kamer, plakkerig van
het zweet. Ik fantaseer dat er iemand naast me
ligt. De ochtendzon valt op zijn gezicht. Hij
slaapt nog.
De volgende dag kom ik het meisje alleen tegen.
Ik plof in de stoel tegenover haar.
"Wat ga je stemmen?"
"Weet ik nog niet," bekent ze.
"Wat heb je de vorige keer gestemd?"
"Voor de gemeenteraad?"
Ik knik.
"Een lokale partij."
"Wat zou je eerder stemmen, meer rechts of meer
links?"
"Rechts, denk ik."
"Wat doe je?"
"Ik loop stage."
"Voor welke studie dan?"
"Personeel en Arbeid."
"Aan de Hogeschool van Amsterdam?"
"Ja."
"Oh, dat doet mijn zus ook."
"Welk bedrijf loop je stage?"
"KPN."
"Nemen die nog stagiairs aan, dan?"
"Juist wel, dat is goedkoper."
"Waar woon je, Mijdrecht of Wilnis?"
"Mijdrecht."
"Dat is gemeente de Ronde Venen, hè? Je hebt
toch niet op André Hazes gestemd?"
"Nee."
"Zou je niet een eigen partij op willen richten?"
"Nee."
"Wat zou je dan willen doen na je opleiding?"
"Doorstuderen."
"Wat? Psychologie?"
"Ja, of sociologie."
"Hoe oud ben je?"
"22."
Het is niet vaak dat je een jong stelletje iedere
dag in de bus tegenkomt," vertelde de jongen mij.
"Het is zo vreemd, alsof je een stukje van hun
privéleven mee mag maken."
"De volgende ochtend kwam ik ze weer tegen. Haar
vriend deed alsof ik niet bestond. Ik vind hem
moeilijk te peilen, maar tegelijkertijd
identificeer ik me wel met hem. Ik denk wel eens
dat als ik mijn haar zou afknippen en een gele
jas aan zou trekken, ik voor hem door zou kunnen
gaan."
"Ik vroeg haar of ze gelukkig was. Ze gaf het
enige foute antwoord. In mijn ogen is geluk een
utopie. Geluk bestaat niet zonder ongeluk. Maar
misschien kun je wel gelukkig zijn, als de meeste
dingen in je dagelijks leven redelijk goed gaan
en je zweeft op de natuurlijke high van
verliefdheid."
?>
(c)opyright 2002 by Aran
|