- latent aanwezig -



De toekomst van drones

"U hoort sirenes, er is blijkbaar iets aan de hand verderop! U stuurt uw drone de lucht in om even een kijkje te gaan nemen... mag dat? NEE NATUURLIJK MAG DAT NIET!!" -- aldus de overheidscampagne eerder dit jaar waarin ons een nieuw plichtsbesef wordt opgedrongen omtrent het gebruik van afstandsbestuurbare helikoptertjes. Ja, de techniek gaat snel: drones worden steeds krachtiger, goedkoper en hebben betere camera's aan boord, en de overheid doet haar best om de ontwikkelingen bij te benen.

Primair gaat het, zoals altijd, over veiligheid. In het bovengenoemde spotje wordt als doemscenario genoemd dat er wel eens een traumahelikopter onderweg kan zijn en daar moet je natuurlijk met je drone ver uit de buurt blijven. In een ander spotje mag je de finish van de avondvierdaagse niet filmen omdat je met je drone minimaal 50 meter van een mensenmenigte weg moet blijven. Je zou maar op iemands hoofd neerstorten.

Foto: Greg Clarke, bijgesneden en contrast aangepast, CC-BY-2.0

Beeldvorming

Veiligheid dus, maar er speelt meer mee. Waar sirenes klinken en mensenmassa's samenkomen treed de politie op, en de politie is steeds gevoeliger voor haar eigen imago. Iedere burger met een camera en een youtube account kan beelden de wereld in helpen die soms simpelweg genant zijn en in andere gevallen leiden tot kamervragen.

Burgerjournalistiek is de nieuwe luis in de pels van politie en politiek. Waar er met gerenommeerde mediabedrijven afspraken te maken zijn over wat er in beeld wordt gebracht en hoe, genieten burgerjournalisten nog een hoge mate van onafhankelijkheid. Kennis is macht. De mogelijkheid om informatie te vergaren en te verspreiden speelt een belangrijke rol in het spel tussen burger en politiek. Met de opkomst van betaalbare cameradrones zal dit spel zich deels verplaatsen naar het luchtruim.

Alhoewel er veel ongemakkelijke beelden op het internet verschijnen is een vlogger met een camera in de hand voor de politie nog relatief goed te beheersen. De persoon wordt vaak staande gehouden, om identiteitsbewijs gevraagd of gesommeerd het gebied te verlaten. In sommige gevallen wordt de camera of smartphone uit de handen geslagen, in beslag genomen, of wordt de filmer simpelweg omringt door een overmacht aan agenten waardoor bijvoorbeeld een hardhandige arrestatie even verderop aan het oog wordt onttrokken. Cameradrones, daarentegen, zijn op dit moment door de politie nauwelijks tegen te houden. Je kunt ze niet staande houden, je kunt er ook moeilijk voor gaan staan en zelfs met de nieuwe extra lange wapenstok zijn drones niet makkelijk uit de lucht te slaan. Daarom zoekt de politie naar nieuwe methodes om drones uit te kunnen schakelen.

Het gevecht om het luchtruim

Begin dit jaar haalde de Nederlandse politie het nieuws met een proef om roofvogels in te zetten om 'vijandige drones' uit de lucht te kunnen grijpen. Een andere, minstens even bizarre methode om drones uit te schakelen omvat een door een kanon gelanceerd vangnet. Andere offensieve methoden die door verschillende overheden en beveiligingsbedrijven worden overwogen zijn de inzet van gevechtsvliegtuigen, hangende netten, lasers, en stoorzenders.

Als je het hebt over het gevaar van een drone boven een mensenmenigte, dan zijn geen van de bovenstaande methodes echt een oplossing. Als een drone in de weg vliegt van een traumahelikopter, dan is het laatste wat je wil dat oom agent met een schietnet aan de gang gaat. Laat staan dat je er een F16 bij haalt. Bovendien, hoe meer drones er tegelijkertijd in de lucht zijn, hoe moeilijker het wordt ze allemaal op een veilige manier uit te schakelen. Waarschijnlijk zal er dus eerder ingezet worden op stoorzenders en softwarematig afgedwongen no-fly zones.

No-fly zones

Op deze kaart van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is te zien in welke gebieden drones verboden of slechts beperkt toegestaan zijn. Onder andere Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zijn grotendeels no-fly zones. Naarmate de populariteit van drones toeneemt, zullen ook het aantal incidenten toenemen en zullen deze no-fly zones steeds strenger worden gehandhaafd.

Verschillende fabrikanten helpen de overheid hierbij een handje door zogenoemde Geo-Fencing te implementeren in de besturingssoftware van hun drones. Bij deze techniek kunnen overheden de GPS-coordinaten van no-fly zones doorgeven aan de fabrikanten, die er vervolgens softwarematig voor zorgen dat de drone dat gebied niet in kan vliegen. De drone zal automatisch omdraaien, of de motoren zullen simpelweg stoppen, alsof het toestel tegen een onzichtbare muur is aangevlogen.

Voor overheden en de politie is dit natuurlijk verreweg de makkelijkste oplossing. Drones worden automatisch op ruime afstand gehouden, en hoeven niet een voor een te worden uitgeschakeld met alle risico's van dien. Er is niet zoveel fantasie voor nodig om een toekomst te zien waarin een agent via een appje op zijn smartphone een tijdelijke no-fly zone kan instellen, bijvoorbeeld omdat er een traumahelikopter gaat landen of simpelweg op momenten dat de pers even op afstand gehouden moet worden.

Vogelvrij

Het grootste bezwaar van geo-fencing is dat de bereidwillige medewerking van de fabrikanten nodig is. De software van drones zal doorlopend bijgewerkt moeten worden met de nieuwste no-fly coordinaten. Dit zal volledig automatisch moeten gebeuren, anders heb je ook nog eens de medewerking van de bestuurder van de 'vijandige drone' nodig om deze updates handmatig te installeren. De drones zullen in de toekomst dus waarschijnlijk continu in directe verbinding staan met de fabrikanten, waarbij GPS informatie en, waarom niet, ook de videobeelden doorgestuurd worden. Ook voor de fabrikanten geldt immers: kennis is macht.

Aan de andere kant zal er een beweging ontstaan van dronevliegers die, om uiteenlopende redenen, graag de baas blijven over hun eigen toestel. Zij zullen zelf drones in elkaar knutselen en de besturingssoftware herschrijven, hacken of aanpassen om te zorgen dat ze kunnen vliegen waar ze willen en filmen wat ze willen zonder dat iemand meekijkt of aan de knoppen zit. Als een algemene registratie van drones en het implementeren van geo-fencing straks verplicht wordt, zullen deze zelfgebouwde of aangepaste drones letterlijk vogelvrij worden verklaard.


Wired en de advertentiemannetjes

In januari 2013 zocht de toen nog onbekende Edward Snowden contact met techneut en journalist Micah Lee. Waarom? Snowden wilde de klok luiden over de verregaande digitale surveillance van onder andere de Amerikaanse NSA en de Britse GCHQ. Hij moest een versleuteld communicatiekanaal opzetten met journalisten die hij kon vertrouwen, ondanks dat hij ze nog nooit had ontmoet. Om zeker te weten dat je met de juiste persoon contact hebt, is het soms nuttig om een publiek kanaal te gebruiken ter bevestiging. Zo schrijft Micah Lee in zijn artikel Smuggling Snowden secrets dat hij ter bevestiging de PGP fingerprint van documentairemaakster Laura Poitras op twitter heeft gepost.

In juni 2013 werd het eerste artikel gepubliceerd over de door Edward Snowden gelekte documenten. Diezelfde maand plaatste Wired een met PGP versleuteld bericht op haar website, met als titel: "Our Top-Secret Message to NSA Whistleblower Edward Snowden". Snowden zat op dat moment nog ondergedoken, en deed er alles aan om zijn locatie niet te verraden aan de Amerikaanse inlichtingendiensten.

Tracking

Zou Wired nu, anno 2016, op een veilige en versleutelde wijze contact willen leggen met Snowden, dan zou dat een stuk lastiger zijn. En dat heeft niets te maken met de NSA of de GCHQ, maar alles met advertentie-inkomsten. Wired maakt namelijk gebruik van Google, Amazon, Facebook en nog zo'n 7 andere advertentienetwerken, die allemaal hun best te doen bezoekers te traceren tijdens hun zwerftochten over het internet. Er zijn een paar grote spelers, zogenaamde 'data brokers', die het surfgedrag van miljoenen internetters analyseren en op basis daarvan profielen opbouwen. Leeftijd, geslacht, politieke voorkeur, koopkracht, locatie. Alles wat interessant is voor adverteerders wordt doorverkocht en ingezet om gerichte advertenties te plaatsen. Wired zelf bericht regelmatig over de grote impact op onze privacy die deze vorm van tracking heeft en doet er tegelijkertijd vrolijk aan mee.

Gelukkig zijn we niet helemaal weerloos. Zo heeft internetbrowser Firefox in 'Private Browsing'-mode sinds versie 43 zogenaamde 'tracking protection'. Hiermee worden de stukjes code die advertentienetwerken injecteren in sites zoals Wired.com geblokkeerd. Het is geen 'ad-blocker', want het is met tracking protection nog steeds mogelijk advertenties weer te geven, maar het maakt het moeilijker voor advertentienetwerken om het surfgedrag van bezoekers te volgen en zo een profiel op te bouwen.

Anti-anti-tracking

Goed nieuws, zou je denken, maar daar denkt Wired.com toch anders over. Zij beschouwen de tracking protection als een ad-blocker en tonen bezoekers die hiervan gebruik maken sinds kort een schermvullende boodschap: "We snappen het: je bent hier niet voor de advertenties. Maar advertenties helpen ons de tent draaiende te houden. Dus, schakel je ad blocker uit voor onze website of betaal $1 per week voor een advertentie-vrije versie van Wired.". Deze boodschap is niet weg te klikken en de content van Wired is dus niet meer te lezen.

Na contact te hebben gezocht met Wired Labs blijkt deze anti-adblock boodschap inderdaad veroorzaakt te worden door de tracking protection van Firefox. In hun reactie leggen de hulpvaardige techneuten van Wired uit hoe ik tracking protection kan uitzetten en Google, Amazon, Facebook et al. weer vrolijk kan laten meekijken met mijn surfgedrag. Alternatief is natuurlijk 1 dollar per week te betalen voor de advertentievrije versie van Wired.com, maar daarvoor moet je je creditcardgegevens invullen en vervolgens telkens inloggen waarmee je privacy uiteindelijk natuurlijk ook overboord is gezet.

Is het dan echt, anno 2016, onmogelijk voor Edward Snowden om het aan hem gerichte bericht op Wired.com te lezen zonder zijn privacy in gevaar te brengen? Nee hoor, gelukkig is er nog een ander alternatief. Door javascript uit te schakelen in Firefox wordt de anti-adblock boodschap van Wired tegengehouden en kan Snowden weer gewoon z'n email lezen.


Cybercriminaliteit onder jongeren

'Een derde jongeren pleegde afgelopen jaar online misdrijf', schreef nu.nl. Dit naar aanleiding van het onlangs verschijnen van de monitor jeugdcriminaliteit 2015 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Een derde van alle jongeren, dat is nogal wat. Maar zoals altijd is het goed ook even naar de cijfers zelf te kijken.

Als jongeren tussen de 12 en 17 wordt gevraagd wat ze hebben uitgespookt geeft 31% toe online criminele handelingen te hebben verricht. 12% van de jongeren is zonder toestemming ingelogd op een website of computer. 6,6% heeft aangegeven wel eens iemands wachtwoord te hebben veranderd, zodat diegene niet meer kan inloggen. Nu kunnen dit natuurlijk vrij serieuze misdrijven zijn, maar als je het Habbo Hotel wachtwoord van je klasgenootje hebt afgekeken ben je nog niet echt een bedreiging voor de nationale veiligheid te noemen.

11,7% van de jongeren heeft zich als iemand anders voorgedaan op het internet. Opnieuw een potentieel serieus misdrijf, maar een groot deel zal ongetwijfeld niet verder gaan dan Jantje die uit naam van Pietje aan Marietje mailt dat hij haar leuk vind. 7,7% heeft iemand bedreigt via SMS, chat of e-mail, en 8,4% via sociale media. Een kwalijke zaak, maar iets dat helaas ook offline regelmatig plaatsvind ('Na school, fietsenhok. Ik sla je helemaal verrot!').

Slechts 1,1% van de jongeren geeft aan moedwillig een virus verzonden te hebben, en 2,1% heeft wel eens een DDOS aanval uitgevoerd. Marktplaatsfraude? Minder dan 1%. Alhoewel op basis van het onderzoek niet met zekerheid is te zeggen of we binnenkort geconfronteerd worden met een generatie van geharde cybercriminelen of dat het niet verder gaat dan wat online kattenkwaad, lijkt het dus allemaal wel mee te vallen. Uit de databases van justitie blijkt ook dat het aandeel cybercriminaliteit met 1% van alle onder jongeren geregistreerde delicten bijna verwaarloosbaar is.


Over de waarde van een leven

'Roken kost 2.000 euro per persoon per jaar', kopte nrc.nl onlangs. Op nos.nl stond: 'Roken kost zeker 21 miljard per jaar.' Het zijn nogal bedragen, maar waar komen ze vandaan?

De Stichting Eindspel Tabak wil graag naar een tabaksvrij Nederland. Om dit streven te onderbouwen hebben ze aan onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek gevraagd een maatschappelijke kosten-batenanalyse van het roken te maken. In deze analyse wordt de huidige situatie in Nederland, waar 25% van de bevolking rookt, vergeleken met een hypothetisch Nederland waarin niemand rookt. Niet alleen de prijs van bijvoorbeeld de zorg wordt hierin meegenomen, maar ook de waarde van verloren levensjaren. En hier wringt helaas ook meteen de schoen.

Wat is de waarde van een verloren levensjaar? In het rapport schrijft SEO dat de meningen van economen hierover uiteenlopen. Het kan varieren van 20.000 tot meer dan 400.000 euro. SEO volgt echter een onderzoek uit 2014, waaruit blijkt dat de gemiddelde Nederlander 60.000 euro over heeft voor een gezond levensjaar. Vermenigvuldigt met het aantal levensjaren dat verloren gaat omdat rokers vroeger sterven komen we zo op een bedrag van 22 miljard euro. Daarnaast hebben rokers een lagere levenskwaliteit, waarvoor SEO nog eens 11 miljard becijferd. Samen vormt dit verreweg de grootste kostenpost van het roken.

De genoemde 21 miljard per jaar bestaat dus voor het overgrote merendeel niet uit monetaire kosten. Het zijn geen harde euro's die we betalen, of koopkracht die we verliezen. Het zijn verloren levensjaren, waar een bedrag aan is gehangen. En deze kosten rusten dus voornamelijk op de schouders van de rokers zelf.

De waarde van het roken.

Levert het roken dan ook wat op? Jahoor, want alhoewel de zorgkosten van een levende roker hoger zijn dan die van een niet-roker, zijn de totale zorgkosten van rokers lager omdat ze minder lang leven. Juist boven de 65 stijgen zorgkosten flink, en dit zijn precies de levensjaren die rokers inleveren. Het scheelt de samenleving 10 miljard, berekende SEO.

Zoals dat hoort bij een kosten-batenanalyse, wordt ook het ervaren rookgenot als baat meegeteld. Dit levert trouwens wel nog enige discussie op: rook je een pakje sigaretten omdat je het lekker vind, of omdat je verslaafd bent? En hoe is die verhouding? Om dat vast te stellen haalt SEO een onderzoek aan uit 2009 (Weimer et al.) waaruit blijkt de gemiddelde roker zo'n 330 euro over heeft om een jaar verslavingsvrij te zijn. Hieruit volgt, aldus Weimer, dat de objectieve waarde van het rookgenot ongeveer 65% is van de waarde die rokers ervaren. Uiteindelijk komt dit neer op een landelijk rookgenot van 9,2 miljard. Maar, SEO pakt er nog een ander onderzoek bij, uit 2014 (Song et al.), waaruit blijkt dat je het rookgenot helemaal niet mag meetellen in je kosten-batenanalyse. Rokers zijn volgens Song dermate verslaafd, en dus irrationeel, dat de objectieve waarde van het rookgenot nul is.

Opmerkelijk hieraan is dat wanneer mensen wordt gevraagd naar de waarde van een levensjaar, de onderzoekers er blijkbaar vanuit gaan dat het antwoord volledig rationeel en betrouwbaar is. Wordt rokers echter gevraagd naar de waarde van een pakje sigaretten, dan zit hun verslaving in de weg en wordt het antwoord onbetrouwbaar.

'Kosten van roken stijgen in de toekomst.'

In de conclusie van het rapport wordt het allemaal nog merkwaardiger. SEO schrijft terecht dat op dit moment de zorgkosten in een wereld met roken lager zijn dan in een wereld zonder roken. Maar, zo waarschuwt het onderzoeksbureau, in de toekomst kan dit beeld veranderen:

"De medische technologie ontwikkelt zich, waardoor de levensverwachting toeneemt, en dus het aantal verloren levensjaren afneemt. De besparing op de zorgkosten doordat rokers eerder overlijden neemt daardoor af."

Afgezien van het feit dat in het hele rapport dit toekomstbeeld nooit is doorgerekend, en het pas in de conclusie plotseling opduikt, gaat SEO volledig voorbij aan het feit dat met de toegenomen levensverwachting er dus ook gewonnen levensjaren te vieren zijn, a 60.000 euro per stuk. De baten van een gewonnen levensjaar zijn, volgens het onderzoek van SEO zelf, ongeveer 10 keer zo groot als de kosten aan zorg. De totale kosten van het roken stijgen dus niet, ze dalen.

Het geld en de waarde.

Het nadeel van een kosten-batenanalyse is dat de onderzoeker gedwongen wordt om alles in geld uit te drukken. Het genot van een pakje sigaretten, de last van een verslaving, het plezier van een gezond levensjaar of bijvoorbeeld de waarde van een stuk natuur ten opzichte van de economische waarde van een stuk snelweg. Het wordt noodzakelijk geacht, door beleidsmakers, om een afweging te kunnen maken: wat levert het meeste op?

De neiging om alles in geld uit te drukken is niet alleen pervers, het leid ook onherroepelijk tot problemen. Kijk maar naar de waarde die is opgehangen aan een levensjaar: 60.000 euro. Het had ook 20.000 euro kunnen zijn, of 400.000 euro. Dan waren de maatschappelijke kosten van het roken respectievelijk op -1 of 208 miljard uitgekomen. Wat is een rapport nog waard, met een dergelijke foutmarge?

Deze week sprak ik een roker die toegaf dat hij eigenlijk liever niet oud wilde worden. Die levensjaren, zo aan het eind, konden hem gestolen worden. Misschien is het een bewuste keuze, misschien is het de verslaving die spreekt. Wat het ook is, je kunt er geen bedrag op zetten. Niet op een stuk natuur, niet op het nationale geluk, en niet op het leven van een roker.


Een netwerk van dingen

Het slimme horloge, voor als je nog slimmer de tijd wilt weten. De slimme thermostaat, weet wanneer je thuis bent. De slimme rookmelder, voor het verschil tussen aangebrande pistolets en aangebrande gordijnen. De slimme koelkast, voor als de melk op is. De slimme energiemeter, weet hoeveel je verbruikt. De slimme tv, zapt automatisch verder bij AstroTV. De slimme auto, weet wanneer je van de weg af raakt. Het slimme koffiezetapparaat, voor de nieuwste trends in bruine prut. De slimme lamp, weet wat voor licht je wilt. De slimme stofzuiger, weet wanneer je schoonouders op visite komen. De slimme grasmaaier, komt wél op zondag om 8 uur z'n nest uit. De slimme weegschaal, kent je BMI tenzij je liegt over je lengte. De slimme fotocamera, maakt alleen foto's als je lacht.

Tenzij je slimme fotocamera kapot is en een softwareupdate nodig heeft. Tenzij een storing in je slimme thermostaat maakt dat je midden in de winter je kachel niet kan bedienen. Tenzij iemand je auto hackt. Of je thermostaat. Of je slimme energiemeter. Of je horloge. Hoe vaak heb je een virus op je computer? Heb je al anti-virus software op je koelkast geinstalleerd? Of de nieuwste updates op je koffiezetapparaat? Heb je al pop-up advertenties voorbij zien komen op je slimme tv? Of lekt je tv nog steeds je kijkgedrag aan de hoogste bieder? Eneco weet wanneer je thuiskomt van je werk. Tettert je Toon® thermostaat straks de nieuwste aanbiedingen voor bezorgmaaltijden door je woonkamer? Dankuwel maar ik hou het liever dom.

Meer Internet of Things ellende op twatter.


meer onzin...